Connect with us

Uncategorized

Rust tussen sets: Hoeveel tijd voor optimale prestaties?

Angelo

Published

on

Wat is de optimale rust tussen sets?

Voor optimale spierontwikkeling suggereert recent onderzoek dat een rustperiode van drie minuten tussen sets ideaal kan zijn voor hypertrofie. Toch blijft het de vraag of deze bevindingen voldoende reden zijn om je rusttijd tijdens trainingen aan te passen.

Langere rust tussen sets voor hypertrofie

Dit artikel is geïnspireerd door een studie van Schoenfeld en collega’s welke in het Journal of Strength and Conditioning Research verschenen is. De studie wijst uit dat een rustperiode van drie minuten tussen sets effectiever is in het vergroten van zowel spierkracht als spiermassa dan een minuut rust.

In het onderzoek werden 23 mannelijke studenten, allen met ten minste zes maanden ervaring in krachttraining, verdeeld in twee groepen. Beide groepen voerden hetzelfde trainingsprogramma uit, maar met verschillende rusttijden tussen de sets: één groep nam één minuut pauze en de andere groep drie minuten.

Het trainingsprogramma omvatte zeven oefeningen per sessie, waaronder:

  • Barbell back squat
  • Leg press
  • Leg extension
  • Flat barbell press
  • Seated military press
  • Lat pulldown
  • Seated Cable row

Deze oefeningen zijn gekozen vanwege hun relevantie voor de meeste sportschoolbezoekers. De trainingen werden driemaal per week uitgevoerd gedurende acht weken. Elke oefening werd uitgevoerd met 8-12 herhalingen op een gewichtsniveau dat spierfalen bevorderde, gericht op spiergroei.

De onderzoekers maten verschillende resultaten, waaronder spiergroei (dikte van getrainde spieren), spierkracht (1RM test voor bench press en squat) en spieruithoudingsvermogen (maximaal aantal herhalingen voor de bench press met 50% van de 1RM).

De bevindingen toonden aan dat de groep met de langere rustperiode van drie minuten een significant grotere toename in zowel spierkracht als spiermassa ervoer, hoewel de resultaten varieerden afhankelijk van de specifieke spier en het deel daarvan.

Op het gebied van spieruithoudingsvermogen was er echter geen opmerkelijk verschil tussen de twee groepen.

Verrassend uitkomst met betrekking tot spiergroei

De bevindingen van deze studie leveren interessante inzichten op in de optimale rustperiodes tussen sets voor spiergroei. Over het algemeen wordt aangenomen dat langere rusttijden, zoals bij powerlifting en gewichtheffen, vooral gericht zijn op het ontwikkelen van maximale kracht.

Daarom is het niet verrassend dat langere rustpauzes in dit onderzoek effectief waren. Echter, voor hypertrofie, oftewel spieropbouw, wordt doorgaans geadviseerd om kortere rusttijden te hanteren.

De onderzoekers van deze studie waren zich bewust van deze gangbare praktijk en hebben hun bevindingen dan ook in contrast gesteld met vergelijkbare eerdere studies.

Zo verwezen ze bijvoorbeeld naar een onderzoek waarin rusttijden van twee en vijf minuten met elkaar werden vergeleken, waarbij geen significant verschil in spiergroei werd geconstateerd.

Dit zou kunnen suggereren dat een minuut rust te kort is voor optimale spiergroei, wat de effectiviteit van drie minuten rust in deze studie zou kunnen verklaren.

Deze conclusie is echter niet consistent met ander onderzoek van de University of Southern California, waaruit bleek dat vier minuten rust minder effectief was voor spiergroei dan één minuut rust tussen sets.

Dit suggereert dat de optimale rusttijd voor spierhypertrofie mogelijk variabel is en afhankelijk van andere factoren zoals de aard van de training of individuele respons.

Rust tussen sets en de invloed op je training

Het onderzoek van Schoenfeld roept interessante vragen op over de praktische toepassing van rustperiodes tijdens krachttraining. Bij langere rusttijden wordt de trainingstijd onvermijdelijk verlengd, wat een afweging vereist met betrekking tot de efficiëntie van de trainingssessie.

In het onderzoek voerden beide groepen dezelfde zeven oefeningen uit in een fullbody workout, drie keer per week, met drie sets per oefening. Hierbij hadden de deelnemers die langere rusttijden namen, 40 minuten extra rust in totaal nodig, wat een aanzienlijk verschil is in trainingsduur.

Voor de groep met kortere rusttijden impliceert dit dat zij hun training eerder konden afronden en tijd hadden voor andere activiteiten zoals voeding of extra oefeningen. Het onderzoek specificeerde echter niet hoe deze extra tijd werd besteed door de groep met kortere rustperiodes. Daarom blijft het onduidelijk of deze tijd effectief werd benut voor extra training of herstel.

In een vergelijkbaar onderzoek van de University of Southern California werd de aanpak anders gehanteerd. Daar werden de trainingsvolumes gelijkgesteld, wat betekent dat de groep met langere rusttijden zwaarder of meer herhalingen deed om hetzelfde totale trainingsvolume te bereiken.

Om het verschil in rusttijd te compenseren, voerde de groep met kortere rusttijden een extra set uit. In dit geval resulteerde de kortere rustpauze van 1 minuut in meer spiergroei dan de langere rust van 4 minuten.

Dit suggereert dat bij gelijkgesteld trainingsvolume en effectief gebruik van de extra tijd, kortere rustperiodes kunnen resulteren in meer spiergroei.

Een ander opmerkelijk punt in het onderzoek van de University of Southern California was het gebruik van oudere mannen als proefpersonen, wat verschilt van de jongere, getrainde mannen in het onderzoek van Schoenfeld.

Dit kan een indicatie zijn dat de optimale rusttijden en hun effecten op spiergroei kunnen variëren afhankelijk van leeftijd en trainingserfaring.

Teveel variabelen voor een harde conclusie

Een van de sterke punten van het recente onderzoek van Schoenfeld en zijn team is de transparante en zelfkritische benadering van de onderzoekers. Ze erkennen de complexiteit en nuances in hun bevindingen, zoals de focus op spiergroei gemeten op één specifieke plek van de spier, terwijl spiergroei ook lokaal kan variëren.

De diversiteit in resultaten, zowel tussen deelnemers als binnen verschillende spiergroepen bij één persoon, en de relatief korte tijdsduur van het onderzoek worden ook belicht.

Deze factoren tonen aan dat de uitkomsten van het onderzoek niet eenduidig zijn en geen pasklare antwoorden bieden. Het onderzoek reflecteert de complexiteit van de werkelijkheid, waar talloze variabelen en hun interacties een rol spelen, vaak in een omgeving die niet volledig gecontroleerd kan worden.

Zo konden bijvoorbeeld de dagelijkse voedingsgewoonten van de deelnemers niet volledig gecontroleerd worden. Ondanks dat het onderzoek diverse andere studies citeerde en besprak, verandert dit niets aan de praktische aanbevelingen die hieruit voortvloeien.

Opmerkelijk is dat de onderzoekers aanbevelen om twee minuten rust te nemen tussen sets voor optimale spiergroei, ondanks het feit dat dit niet direct in hun onderzoek getest werd.

Dit advies is gebaseerd op de combinatie van hun bevindingen en kennis uit andere studies. Daarnaast wijzen ze op de praktische implicaties van langere rustperioden; trainingen die bijna dubbel zo lang duren kunnen voor velen onpraktisch of onhaalbaar zijn.

Het onderzoek laat ook onbeantwoorde vragen over de “optimale rust” afhankelijk van het type oefening. Bij oefeningen zoals squats, waarbij meer spiermassa en energie wordt gebruikt, zou theoretisch een langere rustperiode nodig kunnen zijn dan bij oefeningen die minder belastend zijn, zoals onderarmtraining.

Dit aspect van variatie in rusttijd afhankelijk van de oefening, benadrukt nogmaals de complexiteit en de noodzaak voor individuele aanpassing in trainingsprogramma’s.

Als expert op het gebied van fitness, voeding, en diëtetiek, vormt een gezonde levensstijl de kern van mijn bestaan.Mijn passie ligt in het delen van diepgaande kennis en praktijkervaring om anderen te ondersteunen bij het realiseren van hun persoonlijke gezondheids- en fitnessdoelstellingen.Met een toegewijde aanpak en een schat aan expertise, streef ik ernaar om elk individu te begeleiden op hun unieke pad naar welzijn en optimale gezondheid.

Continue Reading
Click to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *


The reCAPTCHA verification period has expired. Please reload the page.

Fitness

Wat te eten voor de training (3 belangrijke tips)

Angelo

Published

on

By

Wat te eten voor de training

Wat moet ik eten voor een workout om mijn resultaten te maximaliseren?

Dit is een van de meest gestelde vragen van mensen die net beginnen met trainen, en het antwoord kan een groot verschil maken voor je training.

Als je het goed doet, heb je genoeg brandstof om elke rep te verpletteren. Doe je het verkeerd, dan voel je je waarschijnlijk zwak, uitgeput of mis je die ‘pop’ in je reps.

Of je doel nu spieropbouw, vetverlies of gezondheid is, hier zijn 3 belangrijke dingen waar je je op moet richten als je je voeding voor de training op orde wilt hebben.

Zorg voor de juiste energieniveaus

Je lichaam heeft verschillende soorten energie nodig, afhankelijk van het soort training dat je doet. Maar er zijn twee belangrijke voedingsstoffen waarop je je kunt richten om een effectievere krachttraining te ondersteunen voor de meeste mensen met doelen voor hun lichaamssamenstelling.

Creatine

Creatine, gevonden in rundvlees of vis, helpt het creatinefosfaat energiesysteem te ondersteunen, dat een rol speelt bij korte, explosieve bewegingen, zoals een zware deadlift. Supplementen met ongeveer 5 g creatine per dag kunnen je helpen om die paar extra reps in een zware set eruit te halen, wat je helpt om je trainingsvolume na verloop van tijd te verhogen.

Glycogeen

Je lichaam haalt glycogeen primair uit koolhydraten.

Richt je dus op het eten van koolhydraten van goede kwaliteit uit hele voedingsmiddelen om de spiervoorraden aan te vullen. Voor cliënten met lichaamssamenstelling vinden we het het beste om koolhydraten te consumeren na de training of tijdens de laatste maaltijd van de dag.

Maar als je traint om te presteren, kan een pre-workoutmaaltijd enkele uren voor je sessie je helpen om je psychologisch voorbereid te voelen om op je best te presteren.

Goede koolhydraatbronnen zijn onder andere zoete aardappelen, haver of granen.

Zorg voor de juiste eiwitinname

Eiwitsynthese herstelt en herbouwt spierweefsel. We kunnen dit proces op twee manieren stimuleren:

  • Gewichtheffen
  • Eiwitten eten

Iedereen maakt zich zorgen over het consumeren van die shake na de training in het zogenaamde ‘anabole venster’. Maar onderzoek toont aan dat de totale eiwitinname gedurende de dag het belangrijkst is.

Als je er voor zorgt dat je aminozuren in een bepaalde vorm binnenkrijgt, via vast voedsel of via kwalitatieve supplementen, kun je de bouwstenen leveren om direct te beginnen met het herstellen van spierweefsel.

Zorg voor de juiste hydratatie

Uitdroging is funest voor je trainingsprestaties. Zelfs een dehydratatieniveau van 2% vermindert de kracht en het vermogen die je nodig hebt voor een effectieve training.

Maar dat betekent niet alleen drinken tijdens je training of als je dorst hebt; het betekent dat je je lichaam de hele dag goed gehydrateerd moet houden.

Focussen op het aanvullen van elektrolyten is ook belangrijk. Er zijn verschillende sportdranken beschikbaar om je elektrolyten mee aan te vullen.

Continue Reading

Fitness

Snel afvallen: Is het mogelijk en hoe doe je het?

Angelo

Published

on

By

Zo snel mogelijk afvallen

Snel afvallen lijkt vaak aantrekkelijk, maar we moeten de realiteit onder ogen zien. Het behalen van een groot energietekort is de sleutel tot snel gewichtsverlies, maar dit kan leiden tot het bekende jojo-effect. Je lichaam past zich aan en gaat efficiënter met voeding om, wat resulteert in een vertraagd metabolisme. Hierdoor kom je na het stoppen met het dieet snel weer aan.

Er zijn drie benaderingen om snel af te vallen:

  1. De Juiste Manier: Dit omvat het verminderen van calorieën door een uitgebalanceerd dieet en regelmatige lichaamsbeweging. Dit is de meest duurzame aanpak op lange termijn.
  2. Geloven in Sprookjes: Het vertrouwen op exotische diëten, supplementen of ‘magische’ vetverbranders leidt zelden tot blijvend gewichtsverlies.
  3. Medicatie: Sommige medicijnen kunnen gewichtsverlies veroorzaken, maar ze hebben vaak bijwerkingen en zijn geen langetermijnoplossing.

Snel afvallen op een natuurlijke manier betekent simpelweg minder eten en meer bewegen. Het is geen kwestie van exotische middelen, maar van een gezonde levensstijl. Er zijn geen shortcuts; een langzame, gestage aanpak biedt de beste kans op blijvend succes.

Afvallen met een dieet vereist het creëren van een aanzienlijk energietekort door minder calorieën binnen te krijgen dan je verbruikt. Hoewel beweging belangrijk is voor je algehele gezondheid, is het vooral je dieet dat bepaalt of je gewicht verliest.

Snel afvallen kan verleidelijk zijn, maar het is essentieel om realistische doelen te stellen en te beseffen dat duurzaam gewichtsverlies tijd kost.

Afvallen met een dieët

Laten we eerlijk zijn, er bestaan geen magische trucjes om binnen enkele dagen 20 kilo kwijt te raken. In tegenstelling tot politici, presenteren we hier enkel de nuchtere realiteit:

  1. Energiebalans: Om af te vallen, moet je meer calorieën verbranden dan je binnenkrijgt via voeding. Dit principe vormt de kern van gewichtsverlies.
  2. Creëer een Energetisch Tekort: Voor snel gewichtsverlies is het essentieel om een aanzienlijk calorietekort te creëren. Dit betekent dat je minder calorieën moet consumeren dan je lichaam nodig heeft.
  3. Beweging telt, maar…: Hoewel beweging belangrijk is, maakt het gemiddeld slechts 20% uit van je totale energieverbruik. Dus, zelfs als je 20% meer beweegt en slechts 4% extra calorieën verbrandt, kun je nog steeds maar 4% meer eten zonder gewichtstoename.

Hoewel het stimuleren van fysieke activiteit een gezonde aanbeveling is, moet de focus liggen op het opbouwen van conditie en spiermassa. Als snel gewichtsverlies je hoofddoel is, dan draait het om één ding:

Dieet, Dieet, Dieet. Het verminderen van calorie-inname is de sleutel tot succesvol afvallen op een gezonde en duurzame manier.

Het vaststellen van je caloriebehoefte

Of je nu streeft naar geleidelijk gewichtsverlies op de lange termijn of een snelle start maakt met een crashdieet, de eerste cruciale stap is identiek: Het bepalen van je caloriebehoefte. Hoeveel energie heeft jouw lichaam eigenlijk nodig? Het begint met het vaststellen van je dagelijkse calorie-inname voordat je beslist wat je eet.

Er zijn verschillende formules beschikbaar om dit te berekenen, waarover ik uitgebreid vertel in het artikel over het tellen van calorieën.

Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de Katch-McArdle formule, omdat deze niet afhankelijk is van de verhouding tussen lichaamsvet en magere massa. Als alternatief kun je de Harris Benedict formule overwegen, die een schatting maakt zonder je vetpercentage te kennen.

Deze formules geven je een indicatie van je Basal Metabolic Rate, ofwel BMR. Dit is de hoeveelheid energie die je lichaam nodig heeft om de basisfuncties te ondersteunen, zelfs als je de hele dag stil in bed zou liggen. In werkelijkheid ben je gedurende de dag echter actief. Afhankelijk van je gebruikelijke activiteitsniveau moet je je BMR aanpassen. Dit wordt bereikt met behulp van activiteitsfactoren.

Bepalen van het calorietekort

Stel dat je alle gegevens hebt ingevuld en je hebt een dagelijkse energiebehoefte van 2500 calorieën vastgesteld. Wat is dan een geschikte hoeveelheid om snel gewicht te verliezen? Omdat dit afhangt van jouw definitie van snelheid, de samenstelling van je dieet, en varieert van persoon tot persoon, is deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden.

We kunnen wel enkele algemene richtlijnen geven voor wat als een klein tekort wordt beschouwd, geschikt voor langzaam en geleidelijk gewichtsverlies, en wat als een groot tekort wordt beschouwd voor een ‘snel’ gewichtsverlies.

  • 15-20% calorieëntekort = bescheiden tekort
  • 20-25% calorieëntekort = matig tekort
  • 25-30% calorieëntekort = aanzienlijk tekort
  • 31-40% calorieëntekort = zeer groot tekort (risicovol)
  • 50% of meer calorieëntekort = extreem tekort (nabij uithongering en gevaarlijk zonder medisch toezicht)

Normaal gesproken zou ik altijd aanraden om te beginnen met een bescheiden tekort, vooral omdat de initiële schatting van je energiebehoefte al een schatting was. Als na twee weken blijkt dat je te snel of juist helemaal niet afvalt, weet je dat je behoefte verkeerd was ingeschat (bijvoorbeeld door een verkeerde factorkeuze).

Als je echter snel gewicht wilt verliezen en geen tijd hebt om twee weken te experimenteren, zou je in zo’n geval moeten starten met minstens een matig tekort. Mensen met relatief meer lichaamsvet en overgewicht kunnen onder dergelijke omstandigheden ook beginnen met een aanzienlijk tekort.

Ze hebben een grotere energievoorraad en het lichaam zal minder snel weerstand bieden. Bovendien is de kans kleiner dat er veel spiermassa wordt afgebroken.

Welk voedingsschema

Nu je hebt vastgesteld hoeveel dagelijkse calorieën je mag consumeren, is het tijd om te beslissen waar deze calorieën vandaan komen, met name de zogenaamde macronutriëntenverhouding. Dit verwijst naar de verhouding tussen koolhydraten, vetten en eiwitten.

  • Vetten leveren ongeveer 9 calorieën per gram.
  • Zowel koolhydraten als eiwitten leveren ongeveer 4 calorieën per gram.

Koolhydraten en vetten worden meestal gezien als energiebronnen, terwijl eiwitten fungeren als bouwstenen voor het lichaam. Koolhydraten kunnen worden omgezet in lichaamsvet, maar ze kunnen ook vetcellen stimuleren om meer vet uit voeding op te nemen. Eiwitten hebben de minste neiging om lichaamsvet te veroorzaken en dragen bij aan het behoud van spiermassa.

Als je wilt afvallen, begin je meestal met het verminderen van de inname van koolhydraten en vetten.

Een standaardverhouding voor macronutriënten kan bijvoorbeeld zijn 50-30-20 voor koolhydraten, eiwitten en vetten. Stel dat je dagelijkse onderhoudsbehoefte (om op gewicht te blijven) 2500 calorieën is. In deze verhouding zou 50% afkomstig moeten zijn van koolhydraten, wat neerkomt op 1250 calorieën.

Dit betekent dat je dagelijks iets meer dan 312 gram koolhydraten zou moeten consumeren (1250 / 4 = 312,5). Dertig procent, oftewel 750 calorieën, zou uit eiwitten moeten komen (187,5 gram). Twintig procent zou afkomstig moeten zijn van vetten, wat overeenkomt met 500 calorieën, wat zich vertaalt naar 55,55 gram (500 / 9).

Stel dat je een calorietekort van 25% wilt bereiken, wat neerkomt op dagelijks 1875 calorieën in plaats van 2500 calorieën. In dit geval houd je het eiwitniveau hetzelfde en verminder je alleen de inname van koolhydraten en vetten.

Je voeding begrijpen

Wanneer mensen streven naar gewichtsverlies, slaan ze vaak deze cruciale stap over: het berekenen van hun voedingsbehoeften. Dit zou echter de basis moeten vormen van elk dieet. In plaats van zomaar naar de supermarkt te rennen voor trendy voedingsmiddelen zoals koolsla en quinoa, is het belangrijk om weloverwogen keuzes te maken.

Het begint allemaal met het begrijpen van je dagelijkse energiebehoefte en de verhouding van voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft. Pas nadat je deze informatie hebt, kun je beslissen welke voedingsmiddelen je gaat consumeren om aan deze behoeften te voldoen.

Een verstandige keuze is om koolhydraten voornamelijk uit complexe bronnen te halen. Snelle en simpele suikers kunnen leiden tot pieken in insuline, wat kan resulteren in de opslag van overtollig suiker als vet. Bovendien kun je na het consumeren van deze suikers snel last krijgen van vermoeidheid als gevolg van een snelle daling in bloedsuikerspiegel.

Kortom, het begrijpen van je voedingsbehoeften en het maken van doordachte keuzes in je dieet zijn essentieel voor effectief gewichtsverlies. Ren dus niet zomaar naar de winkel, maar maak weloverwogen beslissingen voor een gezondere levensstijl.

Snel afvallen door beweging

Het verhogen van je dagelijkse fysieke activiteit is een natuurlijke manier om je energieverbruik te stimuleren. Met behulp van de eerder gepresenteerde activiteitsfactoren kun je zien hoe extra beweging hieraan kan bijdragen.

Laten we bijvoorbeeld aannemen dat je Basal Metabolic Rate (BMR) 2100 kcal is. Als je voornamelijk kantoorwerk doet en weinig beweegt, kun je dit vermenigvuldigen met een factor van 1,2. Dit betekent dat je dagelijks ongeveer 2520 kcal verbrandt.

Nu stel je jezelf een doel om snel af te vallen en besluit je vier keer per week te gaan trainen. Deze verandering in je dagelijkse routine zorgt ervoor dat je gemiddeld ongeveer 3255 kcal per dag verbrandt, een verschil van 735 kcal ten opzichte van je vorige situatie.

Of je daadwerkelijk gewicht verliest en hoeveel, hangt natuurlijk af van je calorie-inname op dat moment. Stel dat je eerder je gewicht stabiel hield door gemiddeld 2500 kcal per dag te eten, zonder overmatige koolhydraten en vetten.

Als je dit blijft eten terwijl je 735 kcal meer verbrandt, creëer je een tekort van ongeveer 23%. Dit komt overeen met een gematigd tot groot tekort, wat voldoende is om gewicht te verliezen, maar mogelijk niet snel genoeg, afhankelijk van je persoonlijke doelen.

Het is belangrijk om te beseffen dat activiteitsfactoren en BMR-berekeningen niet uiterst nauwkeurig zijn. “3 tot 5 dagen training” is bijvoorbeeld een brede categorie, en de intensiteit en duur van de trainingen kunnen sterk variëren.

Daarom is het essentieel om de eerste weken van je nieuwe regime te evalueren en aanpassingen te maken op basis van je werkelijke resultaten.

Wanneer cardio inzetten

Cardiovasculaire oefeningen zijn ongetwijfeld een populaire manier om calorieën te verbranden, vooral vanwege het idee van de ‘vetverbrandingszone’.

Het is echter een veelvoorkomend misverstand dat je voornamelijk vet verbrandt wanneer je cardiovasculaire oefeningen doet op een gematigde intensiteit. We hebben uitgebreid informatie over dit onderwerp in ons artikel over cardio.

Wat belangrijk is om te begrijpen, is dat zelfs tijdens gematigde cardio je lichaam nog steeds de voorkeur geeft aan het verbranden van koolhydraten uit voeding om je bloedsuikerspiegel op peil te houden. Tenzij je voorafgaand aan de training een tijdje niets hebt gegeten, blijf je dus voornamelijk koolhydraten verbranden.

Aan de andere kant kunnen intensievere trainingsmethoden misschien een kleiner percentage van lichaamsvet verbranden, maar ze kunnen wel snel calorieën uit koolhydraten verbruiken.

Hierdoor kun je sneller een calorietekort creëren, wat op zijn beurt later op de dag kan leiden tot een verhoogde vetverbranding. Het draait allemaal om de balans en het begrijpen van de rol van verschillende energiebronnen tijdens verschillende soorten trainingen.

Continue Reading

Recepten

Gebakken Kabeljauw met Kruiden en Citroen

Angelo

Published

on

By

Gebakken Kabeljauw met Kruiden en Citroen

Dit eenvoudige en elegante gerecht combineert de frisheid van citroen met aromatische kruiden om de subtiele smaak van kabeljauw te versterken. Gebakken kabeljauw met kruiden en citroen is perfect voor een lichte en gezonde maaltijd, ideaal voor een doordeweekse dag of een speciale gelegenheid.

Ingrediënten

  • 4 kabeljauwfilets (ongeveer 150 gram per stuk)
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 1 citroen, in dunne schijfjes gesneden
  • 2 teentjes knoflook, fijngehakt
  • 1 eetlepel verse peterselie, fijngehakt
  • 1 eetlepel verse dille, fijngehakt
  • Zout en peper naar smaak
  • Extra citroenpartjes voor het serveren

Bereidingswijze

  1. Verwarm de oven voor op 200°C.

  2. Leg de kabeljauwfilets in een licht ingevette ovenschaal.

  3. Bestrooi de filets met zout en peper. Smeer ze in met olijfolie en bedek ze met de schijfjes citroen.

  4. Strooi de gehakte knoflook, peterselie en dille over de kabeljauw.

  5. Bak de kabeljauw in de voorverwarmde oven gedurende 15-20 minuten, of tot de vis gemakkelijk uit elkaar valt met een vork.

  6. Serveer de gebakken kabeljauw met extra citroenpartjes.

Voedingswaarden (per portie)

  • Calorieën: 190
  • Vet: 6g
  • Koolhydraten: 2g
  • Eiwit: 32g

Deze gebakken kabeljauw met kruiden en citroen is niet alleen heerlijk maar ook gezond en makkelijk te bereiden. Het is een fantastisch gerecht dat bij iedereen in de smaak zal vallen!

Continue Reading

Trending