Er is al veel geschreven over bruin vetweefsel. In tegenstelling tot witte vetcellen, die zich richten op het opslaan van vet, zijn bruine vetcellen betrokken bij het reguleren van de lichaamswarmte.
Als de lichaamstemperatuur daalt, verbranden deze cellen vetten om via thermogenese de warmte te verhogen. Baby’s vertrouwen hierop om hypothermie te voorkomen, maar de hoeveelheid bruin vet vermindert naarmate we ouder worden.
Echter, bepaalde cellen in wit vetweefsel kunnen zich gaan gedragen als bruin vet en staan dan bekend als ‘beige vet’.
Beige vet is geïdentificeerd door onderzoekers die ook de invloed van nicotine hierop bestudeerden. Sinds deze ontdekking is er aanzienlijke wetenschappelijke interesse in deze vetcellen.
De succesvolle activatie van beige vetcellen zou een effectieve aanpak kunnen vormen voor het behandelen van obesitas.
Hogere verbranding door bruin vet en nicotine
De wetenschappers van het University of Michigan Life Sciences Institute onderzochten geactiveerd beige vetweefsel en identificeerden een molecuul dat direct verband houdt met de thermogenese in deze cellen, namelijk het eiwit CHRNA2 (cholinergic receptor nicotinic alpha 2).
Dit is een type receptor dat vooral bekend is vanwege het reguleren van nicotineafhankelijkheid in de hersenen.
CHRNA2 blijkt werkzaam te zijn in zowel menselijke als muizenmodellen, maar niet in wit vetweefsel, wat suggereert dat dit eiwit betrokken is bij het stofwisselingsproces.
Het onderzoek toont aan dat de CHRNA2-receptor kan worden geactiveerd door nicotine en acetylcholine, geproduceerd door nabijgelegen immuuncellen. Zodra de CHRNA2-receptor deze stoffen ontvangt, worden de beige vetcellen aangezet om de verbranding te verhogen.