Nou, als je ooit hebt gewonderd hoe je lichaam de energie genereert die nodig is tijdens een intensieve training, dan heb je geluk. Het komt allemaal neer op verschillende energiesystemen die op verschillende manieren werken om energie te leveren. Laten we deze krachtpatsers eens nader bekijken.
Ten eerste, het ATP-CP systeem, ook wel bekend als het fosfaatsysteem. Dit systeem zorgt voor maximale inspanningen van ongeveer 10 seconden. Creatinefosfaat (CP) in je spiercellen doneert een fosfaat-ion om ADP (adenosinedifosfaat) weer om te zetten in ATP (adenosinetrifosfaat), waardoor er energie vrijkomt. Maar hier is de kicker, deze ATP voorraad is slechts voorradig voor een korte sprint of andere explosieve inspanning.
Vervolgens hebben we het anaërobe of lactische systeem. Dit systeem werkt zonder gebruik van zuurstof en verbrandt opgeslagen glycogeen om ATP te produceren. Het probleem? Het lactische systeem produceert lactaat (of melkzuur) als bijproduct, wat je spieren kan laten verzuren. Dit systeem is geweldig voor een zware inspanning die maximaal 3 minuten duurt.
Tot slot hebben we het aerobe systeem. Dit is het systeem dat tijdens inspanning het grootste deel van de energievoorziening levert. Het is afhankelijk van de zuurstofopname om glucose en vetten te verbranden en produceert een enorme hoeveelheid ATP. Hoewel het aerobe systeem langer nodig heeft om op gang te komen (ongeveer 3-5 minuten), is het in staat om voor langere tijd energie te leveren, zolang er voldoende zuurstof beschikbaar is.
Elk van deze energiesystemen wordt geactiveerd afhankelijk van de intensiteit en duur van de inspanning. Tijdens een maximale inspanning zal het fosfaatsysteem het meeste werk doen, terwijl bij een lagere intensiteit de energie voornamelijk via het aerobe systeem geleverd wordt. Maar onthoud, ongeacht het systeem, allemaal werken ze samen om ATP, de ultieme energiebron van je spiercellen, te produceren en je door die training heen te duwen. Zo werkt het dus!