Sugarsnaps zijn heerlijke groenten die gemakkelijk thuis te kweken zijn. Als je sugarsnaps wilt kweken, zijn er een paar dingen waar je op moet letten.
Allereerst moet je de juiste zaden kopen. Deze zaden zitten vaak in zakjes bij tuincentra of online winkels. Zorg ervoor dat je zaden kiest van een betrouwbare bron en controleer de houdbaarheidsdatum.
Vervolgens moet je de “sugarsnaps zaaien op een geschikte plaats in de tuin. Sugarsnaps hebben een zonnige plek nodig en groeien het beste in losse, vruchtbare grond. Zaai de zaden ongeveer 2-3 cm diep in de grond en houd ze goed vochtig.
Zodra de plantjes opkomen, kun je ze uitdunnen zodat er ongeveer 10 cm tussen elke plant zit. Als de plantjes groeien, kun je ze ondersteunen met stokken of gaas om te voorkomen dat ze omvallen.
Na ongeveer 8-10 weken kun je de sugarsnaps oogsten. Kies de peulen die rijp zijn en pluk ze voorzichtig van de plant. Verwijder de doppen en de draden en was de sugarsnaps grondig.
Sugarsnaps zijn heerlijk rauw als snack, maar je kunt ze ook koken, wokken of stomen. Kook de sugarsnaps ongeveer 2-3 minuten om ze beetgaar te maken, zodat ze lekker knapperig blijven. Ze zijn ook perfect in knapperige combinaties van roerbakgroenten.
Sugarsnaps zijn een uitstekende bron van voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen, en het is belangrijk om ze op de juiste manier te bereiden om alle voedingsstoffen te behouden. Voeg bijvoorbeeld geen zout toe aan het kookwater en kook ze niet langer dan 4-6 minuten.
Met sugarsnaps kun je tal van heerlijke recepten maken, zoals salades en pastagerechten. Serveer ze bijvoorbeeld met geitenkaas en geroosterde worteltjes voor een frisgroene salade. Je kunt ook sugarsnaps in de magnetron bereiden door ze af te dekken en 2-3 minuten te verwarmen, zodat je ze helemaal kunt eten, zowel de schil als de boontjes binnenin.